Over de buurvrouw die wel zwanger wordt

Een vraag die ik steevast bij elke cursus krijg, is: ‘hoe komt het dat mijn buurvrouw, die zich vol stopt met frikandellen en andere zooi, zomaar zwanger wordt, terwijl wij hartstikke ons best doen en gezond eten, maar zwanger worden steeds niet lukt?’ Het antwoord ligt deels in je DNA. Niet (snel) zwanger worden is een samenspel van verschillende dingen: aanleg in DNA, niet voldoende bouwstoffen hebben om DNA goed af te lezen en langdurige stress – ook op celniveau. Door je voedingspatroon en lifestyle aan te passen kan je meer grip krijgen op je vruchtbaarheid, ook al is jouw genenpakket minder gunstig naar vruchtbaarheid toe dan dat van je buurvrouw.

DNA

Je DNA bepaalt veel. Bijvoorbeeld of je stress,- of ontstekingsgevoelig bent, waardoor je meer AANLEG hebt voor onder andere verlaagde eicel,- of zaadkwaliteit. Of voor endometriose. Of dat je genetisch zo in elkaar zit dat je lastiger je bloedsuikerspiegel kunt regelen, waardoor je AANLEG hebt voor PCOS of een onregelmatige cyclus. Of dat sommige enzymen in je lever minder goed werken, waardoor je AANLEG hebt om minder goed oestrogenen af te breken, waardoor je cystes ontwikkelt. Of last hebt van zware menstruaties. Om zo maar een paar dingen te noemen.

SNIPS

Ik gebruik bewust het woord AANLEG. Want je DNA is dan wel je blauwdruk, maar niks staat in steen geschreven. Het is als het plan van de architect. Dat plan is er, maar je hebt een goede aannemer en de juiste bouwmaterialen nodig om het plan correct(er) af te lezen en uit te voeren. Ieder mens heeft kleine foutjes in zijn DNA, waardoor bepaalde enzym processen in het lichaam minder goed verlopen. Die foutjes worden ‘snips’ genoemend. Als er foutjes in het bouwplan zitten, kan een goede aannemer die foutjes compenseren door het hoofd koel te houden, niet te gaan stressen en betere bouwmaterialen te gebruiken. In de biochemie heten die aannemer en bouwmaterialen officieel de ‘epigenen‘. En die epigenen zijn:

• je voeding – de bouwstoffen die je in je mond stopt
• je omgeving – die je voedt en ontspant, of juist stress oplevert
• je mindset – hoe je denkt over jezelf en je lichaam

Je DNA is dus je blauwdruk, of je hardware, maar het aflezen van je DNA – of de programma’s die draaien, kun je beïnvloeden door…

• te zorgen dat je bouwstoffen die invloed hebben op zwanger worden binnen krijgt
• stress te verminderen
• je mindset positief te beïnvloeden

Voorbeeld?

Laten we de buurvrouw nemen met haar kroketten. Grote kans dat zij een andere genetische blauwdruk heeft dan jij. Jij zou bijvoorbeeld stressgevoeliger kunnen zijn dan zij is. Is zij bestendig tegen stress, dan kan ze zich genetisch meer ‘foute’ vetzuren permitteren, zoals margarines of frituurolie. Bij jou, als genetische stresskip, is dat dan juist niet handig. Want zowel die stress als de margarine werken ontstekingen in de hand. Niet dat je daar iets van voelt. Het zijn mini ontstekingen op celniveau, ook wel stille ontstekingen genoemd, maar ze zorgen wel voor meer vrije radicalen schade. Vrije radicalen zijn geen aardige jongens en teveel ervan kan nadelig zijn voor je eicelkwaliteit. Of ze kunnen ervoor zorgen dat een embryo beschadigd wordt en niet goed in kan nestelen. Jij hebt dan eerder ontspanning, ontstekingsremmende vetzuren en anti-oxidanten nodig in plaats van kroketten en frikandellen.

Misschien heeft jouw vriend aanleg voor een lagere spermakwantiteit. Ook voor hem zijn stress en transvetten dan niet handig. Worden transvetten, zoals in frikandellen bijvoorbeeld, ingebouwd in de celwand van spermacellen, dan veroorzaakt dat namelijk veel vrije radicalen schade als zo’n spermacel kapot gaat. Waardoor er nog minder zwemmers overblijven.
Omgekeerd geldt het gelukkig ook: eet je juist goede vetzuren en anti-oxidanten, dan blijft eventuele schade beperkt. Voor je vriend zijn de goede vetzuren dus nog veel belangrijker dan voor iemand die van nature olympische zwemmers heeft.
Verder zijn de juiste bouwstoffen ook nodig voor het correct aflezen en kopiëren van het DNA tijdens de eicelrijping, aanmaak van spermacellen en bij de celdeling van een embryo. Super belangrijk dat dit goed gebeurt! Sluipen er foutjes in, dan kan dat resulteren in een embryo dat genetisch niet op orde waardoor de innesteling niet gebeurd, of waardoor een vroege miskraam optreedt.

Op al deze zaken gaan we dieper in in volgende lessen!